Nederland heeft een gematigd klimaat met koele zomers en milde winters. Elke maand van het jaar valt er regen, zonder natte of droge seizoenen. De beste tijd om te gaan is van mei tot september (dagelijks maximaal 18/19 ° C tot 23 ° C), maar april en oktober kunnen ook mild en zonnig weer zien.
In het voorjaar variëren de temperaturen sterk. Vorst kan tot begin mei voorkomen, maar ook temperaturen boven de 20 ° C zijn niet ongewoon. De zon schijnt gemiddeld 4 tot 7 uur per dag en neemt gedurende het hele seizoen toe. Hoewel de lente het droogste seizoen is (en april de droogste maand), bereid je dan altijd voor op wat regen.
In de zomer stijgt de temperatuur over het algemeen tot boven de 20 ° C en vaak tot 25 ° C. Kouder weer wordt meestal gecombineerd met regen. Temperaturen boven de 30 ° C zijn niet onbekend en komen de meeste zomers enkele dagen voor. Een hittegolf eindigt meestal met een onweersbui. De zon schijnt gemiddeld 7 uur per dag.
In de herfst dalen de temperaturen, maar in september en oktober is de temperatuur nog steeds een aangename 15-19 ° C, soms meer dan 25 ° C in september. Er is veel regen en het aantal uren zonneschijn neemt aanzienlijk af. In november komt vorst vaker voor en schommelt de temperatuur overdag rond de 9 ° C, maar ijskoude dagen en sneeuw zijn niet ongehoord. Herfstochtenden zijn behoorlijk mistig.
In de winter liggen de temperaturen meestal rond de 0-6 ° C, hoewel er elke winter ijzige periodes zijn, over het algemeen tot -5 ° C, maar vorst van -10 ° C komt ook vaak voor. Neerslag komt vaak voor, hoewel vaker in de vorm van regen in plaats van sneeuw. Elke hoeveelheid sneeuw ontspoort over het algemeen helaas het openbaar vervoer.